logo motie

Update 1 oktober 2024: het college heeft onze vragen beantwoord. U treft deze onder de vragen aan.

Voor de antwoorden in PDF-formaat klikt u hier.

Vraag op basis van artikel 39 Reglement van orde

Aan het college van burgemeester en wethouders
van Jan Schellekens, fractie Lokaal Open en Sociaal

over: Sloopplicht Leijsenhoek 119

Oosterhout, 6 september 2024,

Gelet op het gestelde in artikel 39 van het Reglement van orde voor de vergadering van de gemeenteraad van Oosterhout stellen wij het volgende aan de orde

Aanleiding
Het college heeft de stukken ter inzage gegeven die handelden over de vermeende sloopplicht van Leijsenhoek 119. Die sloopplicht zou volgens Wethouder Kastelijns door Thuisvester en door de externe toezichthouder zijn opgelegd.

Citaat Wethouder KastelijnsDat is een afspraak die Thuisvester ons op heeft gelegd” Mevr Broekhoven: “Maar het huis stond openbaar te koop, ik ken ook iemand die daar naar toe is geweest en daar heb ik de papieren daarvan gezien en die konden het zonder voorwaarden kopen, dus iedereen kan het kopen”. Wethouder Kastelijns: “Nou wij niet, wat ik heb gezegd, is gewoon de waarheid als u daar aan twijfelt, kunnen we ook die documenten aan U toesturen” Burgemeester Backhuijs: “Als ik het goed begrepen heb van de wethouder was er een externe toezichthouder die die voorwaarde oplegde aan Thuisvester.

In Uw antwoord van 16 juli 2024 blijkt de waarheid toch anders:

Hoewel de sloopverplichting niet expliciet in het besluit van de AW is opgenomen, blijkt uit de inhoud van het besluit duidelijk dat de geplande sloop van de woning door de gemeente ten behoeve van een toekomstige reconstructie van het kruispunt een doorslaggevende reden was voor de AW om in te stemmen met de verkoop van de woning aan de gemeente

Uit de stukken van Thuisvester, Huurdervereniging Oosterhout en Autoriteit Woningcorporaties blijkt het iets anders te zijn gegaan. De gemeente Oosterhout heeft de sloop zelf in het vooruitzicht gesteld, zodat er een toekomstbeeld werd gecreëerd dat de woning onteigend zou worden en gesloopt. Vanwege dat beeld zag de Autoriteit Woningcorporaties af van een verhuurbeding:

Er is daarom in de koopovereenkomst geen beding dat de woongelegenheid 7 jaar bestemd moet blijven voor verhuur opgenomen

En:

Ik maak gebruik van de discretionaire ruimte om op het onderdeel van de 7 jaar verhuurbeding en de verklaring sociaal verhuurgedrag, artikel 24 lid 2 onder a sub 2 Btiv, te kunnen afwijken van de verkoopregels

Ondanks het kattebelletje in de email van Thuisvester dd 11 maart 2023:

Let erop dat de sloop van het pand een belangrijk onderdeel is van de huidige goedkeuring” sloop wordt benoemd als onderdeel, maar niet als voorwaarde of plicht

staat er -ook volgens Uw eigen schrijven- dus nergens dat de Autoriteit Woningcorporaties een sloopplicht heeft opgelegd of als voorwaarde vooraf heeft gesteld. Daaruit kunnen we ook concluderen dat Thuisvester die sloopplicht niet heeft opgelegd of afgesproken. Een juiste voorstelling van zaken had mogelijk andere keuzes opgeleverd, geen sloop van woonruimte, veel minder onrust en een andere besluitvorming door de gemeenteraad met behoorlijke financiële gevolgen.

Vragen:

  1. Heeft wethouder Kastelijns in zijn antwoorden in de gemeenteraadsvergadering een niet geheel correcte voorstelling van zaken gegeven met zijn woorden: “Dat is een afspraak die Thuisvester ons op heeft gelegd
  2. Heeft wethouder Kastelijns ons laten begrijpen dat de autoriteit woningcorporaties deze voorwaarde aan Thuisvester had opgelegd?
  3. Heeft wethouder Kastelijns met de zin: “wat ik heb gezegd, is gewoon de waarheid” niet de waarheid gesproken?
  4. Is wethouder Kastelijns het met ons eens dat door die voorstelling van zaken de gemeenteraad andere keuzemogelijkheden niet gepresenteerd heeft gekregen?
  5. Is wethouder Kastelijns het met ons eens dat hierdoor onzorgvuldig is omgegaan zijn informatieplicht?

Wij beantwoorden uw vragen als volgt:

Ad 1 t/m 3
Tijdens de raadsvergadering van 2 juli jl. zijn sommige zaken in net iets andere bewoordingen gebracht, dan dat ze in de brief en het besluit van de Autoriteit Woningcorporaties stonden. De wethouder baseerde zijn uitspraken daarbij op de informatie die hij destijds tot zijn beschikking had. In de raadsinformatiebrief die uw raad op 16 juli jl. heeft ontvangen, hebben wij al aangegeven dat de sloopverplichting niet expliciet in het besluit van de Autoriteit Woningcorporaties is opgenomen. Uit de inhoud van de brief van de Autoriteit Woningcorporaties blijkt ons inziens wel dat de voorgenomen sloop van Leijsenhoek 119 van doorslaggevende reden is geweest voor het besluit van de Autoriteit Woningcorporaties om in te stemmen met de verkoop van de woning door Thuisvester aan de gemeente.

Ad 4 en 5
Zoals aangegeven in de raadsinformatiebrief die uw raad op 16 juli jl. heeft ontvangen, zouden -gezien de slechte bouwkundige staat van de woning- aanzienlijke kosten moeten worden gemaakt om Leijsenhoek 119 weer verhuurbaar te maken. De hoogte van die kosten is eerder al in beeld gebracht voor uw raad (zie raadsvoorstel 1033087). Die kosten waren zodanig hoog dat ook zonder sloopverplichting tijdelijke verhuur van de woning wat ons betreft geen reële optie zou zijn. De enige keuzemogelijkheid die dan nog restte om de woning te behouden, is dat de woning door Thuisvester aan iemand anders zou worden verkocht. Die optie is ook benoemd tijdens de raadsvergadering op 2 juli jl. Wij zijn daarom van mening dat alle keuzemogelijkheden bekend waren toen uw raad een besluit moest nemen.

Hoewel sommige zaken tijdens de raadsvergadering in net iets andere bewoordingen zijn gebracht dan dat ze in de brief en het besluit van de Autoriteit Woningcorporaties stonden, zijn we niet van mening dat uw raad onzorgvuldig is geïnformeerd. Aankoop van Leijsenhoek 119 door de gemeente en de woning vervolgens tijdelijk te verhuren, was geen reële optie. Dit zowel vanwege de kosten als vanwege het verloop van het proces dat aan de aankoop vooraf is gegaan. Dit blijkt ons inziens ook uit de achterliggende documenten en de begeleidende raadsinformatiebrief die uw raad op 16 juli jl. heeft ontvangen.

Naar aanleiding van uw vragen hebben wij ook Thuisvester om een reactie gevraagd. Die reactie treft u bijgevoegd (klik hier voor reactie Thuisvester). De reactie van Thuisvester bevestigt dat, gezien het doorlopen proces, de gemeente verplicht is de woning Leijsenhoek 119 te slopen.

De discussie in het kort:

Complete discussie: